(c) Jan Scheirs
Multidisciplinaire kunstenaar Jan Fabre legt geen eieren onder zijn acteurs. Tenzij het bijvoorbeeld om een performance zou gaan, waarin de acteur slechts een naakt lichaam is, een middel, een instrument, om met flarden taal en een minimum aan rekwisieten, een concept tot leven te wekken. Dan kunnen een paar dozen eieren schoon spektakel opleveren. Zeker op een zwarte scène.
“On ne fait pas d’omelette sans casser des œufs”, verschijnt er bijvoorbeeld in de fond, geprojecteerd op een gaasdoek. In het Frans, want Avignon wenkt al.
Een aanwezige politica noteert driftig op haar gratis uitnodiging: “ Frans!!??”, en, “subsidies!?”
Het naakte koor achter het gaasdoek maakt met gesloten mond bonkend keelgeluid. “Hartslag” fluistert iemand iets te luid tot zijn buur. Wellicht de dokter in de zaal.
De acteur stort zich in pure naaktheid op de eieren, geniet van de krakende schelpen, leeft zich uit in de smurrie, rondwiekend met de armen en benen scandeert hij als een mantra: “roeren, roerei, roeren, hoeren, hoe ei, ei, ei, ei! Œuf, titœuf, oef œuf oef”…
Misschien drukt de acteur nog puffend, daarna krijsend in barensnood, een ongebroken exemplaar van tussen de billen, om dan in totale symbiose met de gele koek af te druipen, côté cour.
(djudedju toch, en ‘de Jan’ wéét dat de douches jardin liggen, twee verdiepingen hoger, en een stukje eischelp prikt waar het geen deugd doet…dju toch! )
Neen, wie voor de heer Fabre wil werken, mag geen zacht ei zijn. Was bovenstaande een spielerei, spiegelei,
speegelaa, speeldegaa mor nie mee dee van maa,
volgend verhaal is echt.
Zowat dertig jaar geleden repeteerde Jan Fabre met groep acteurs in zaal van Teater Tentakel, waar ik toen onder jaarcontract zat. Flard repetitie gezien, met actrice die yoghurt van de scène likte; dat witte goedje stond dus voor het mannenkwakje, dat had u al begrepen. Ik ken persoonlijk weinig vrouwen – actrice of niet – die likkebaardend slikken alsof het een Danoontje Banaan betreft. Ik vond dit soort theater helemaal niet vernieuwend, maar zo vies en fake als wat.
En nu onlangs is er zijn marathon geweest, in De Singel. Acht uur performen. Acht uur in de blote kont ten dienste van geniale Fabre. Brrrr!
Ja, de heer Fabre vergt veel van zijn acteurs en actrices. Ook als dat dieren zijn.
Jan was met Franse filmploeg neergestreken in het Antwerpse stadhuis, om aldaar wat scènes in te blikken voor “De schoonheid van de krijger”, film over zijn carrière. Tapdansend als Fred Astaire aan de trappen van het Schoon verdiep had hij in die scène enkele katten nodig. Hun rol was eenvoudig: “Jullie worden tollend de lucht ingegooid, en komen zoals het katten betaamt terug op jullie poten terecht. Oké?”.
Maar wat doen die stomme beesten? Beetje gaan krijsen als vermoord. Waar godbetert de aanwezige schepen van dierenwelzijn Bungeneers op af komt, die dreigt met klacht wegens dierenmishandeling. En later pikt ook Gaïa in op de feiten. De grote Jan snapt al die heisa niet.
In “Het Nieuwsblad” van zaterdag 27 oktober 2012: “Jan Fabre snapt woede om mishandelde katten voor kunst niet”. Hij verdedigt zich: “ Er waren professionele animal handlers; die katten hebben voor de opnames kalmerende druppeltjes gekregen” !
Ach zo, kalmerende druppeltjes? In het intussen beroemde gsm-filmpje, gemaakt door een aanwezige stadsambtenaar, zie je de katten in de lucht gegooid worden, op de grond en trappen neersmakken, want hun natuurlijke reflex is weg. Een wakkere kat, hoe pijnlijk de landing ook uitvalt, zou rennen voor haar leven. Hier smakken ze neer, blijven liggen, worden weer opgegooid, krijsen wel, ja, maar geen enkele kat heeft de reflex (of de kracht?) om te vluchten. Straffe kalmerende druppels als je het mij vraagt.
En verder verklaarde Fabre in “Terzake” dat de katjes perfect gelukkig zijn. Maar ook dat er slechts twee ongelukkig zijn terecht gekomen. Dus toch brokken!
Ja, Jan, Grote Kunstenaar, je maakt geen omelet zonder eieren te breken, maar je kan ook een broodje kaas nemen.
Magali UYTTERHAEGEN