Gisteravond werd Jeroen Olyslaegers, laureaat van de 64e Arkprijs van het Vrije Woord gehuldigd.
Zie de blog van 10 april: http://mededelingen.over-blog.com/article-arkprijs-van-het-vrije-woord-jeroen-olyslaegers-123281027.html
Het welkomstwoord van Lukas De Vos, voorzitter van het Arkcomité, ging 'Over de Noodzaak van Vrije Meningsuiting'. ■
*
Habent sua fata libelli et balli. Dazu gehört dass sie zur rechten Zeit treffen und eintreffen. Ernst Jünger kon het niet beter parafraseren in zijn In Stahlgewittern uit 1920 – in het Nederlands heet dat boek Oorlogsroes. Boeken en kogels hebben dezelfde opdracht: op het juiste moment inslaan en doel treffen.
Dat is de bedoeling van de Arkprijs van het Vrije Woord. Op zoek gaan naar treffende teksten die de tijdsverschijnselen vatten. Vaak voortijdig, vaak profetisch, zoals de film van Ingmar Bergman de jaren dertig als waarschuwingsbord aanreikte in Het Slangenei uit 1977.
We leven in een nieuwe roes van herdenkingen. De Groote Oorlog zal een heel jaar de mensen herinneren aan de breekbaarheid van de democratie en de onvermijdelijke noodzaak van vrije meningsuiting. Want ook vandaag nog zijn er drie gevaren die onze open maatschappij bedreigen: de inperking van onze privacy; de zelfcensuur; en misschien ergst van al, de dwingelandij van de politieke correctheid.
Privacy bestaat niet meer. Niet meer door de ontzagwekkende ontwikkeling van de asociale media – internet, twitter, facebook, gsm, iPhone, iPad, het lijstje is oneindig. We zijn op weg naar de complete bespiedingsmaatschappij, door de overheid, door de orde, door de hackers. George Orwell beschreef die ontwikkeling al in 1984 : overheidskontrole mondt onvermijdelijk uit in indoctrinatie, geschiedenisvervalsing, mediamanipulatie, afluistering, spionage. De tiran wordt anoniem. De kracht van anonieme tirannen bestaat erin de goegemeente te doen geloven dat het volk beslist over de regeervormen waaronder ze leeft. Gesundes Volksempfinden. Het is als de middeleeuwse geslepenheid van de duivel: zijn macht bestaat erin te doen geloven dat hij niet bestaat. De eerste kogel.
Zelfcensuur, zich conformeren aan wat achtbaar en decent wordt beoordeeld. Ik lees vandaag in De Morgen (de krant met de meest feitelijke, bevooroordeelde en grammaticale miskleunen) dat de BBC het woord ‘meisje’ als racistisch scheldwoord censureert. We zijn zot geworden. Alsof een neger geen zwarte is, en een langneus geen blanke. Stop de nonsens, stop het zelfverwijt, en laat Zwarte Piet zijn wie hij is. Laat de zelfbevlekking en de zelfkastijding over aan de flagellanten van de leerstelsels die zichzelf als absoluut verheven achten boven de gewone mens. Meisjes, ik zeg u: laat u niet doen; want zoals in Pakistan hangt de steniging boven uw hoofd, als u de andere kant opkijkt. Schrijvers, ik zeg u: blijf non-conformistisch, desnoods uitspuwbaar. Céline, d’Annunzio, Vian, Kurt Köhler, Thomas Mann, vandaag Piketty en Finkielkraut hebben het u voorgedaan. Want waar de angst voor ongebondenheid toeslaat, ontstaat een nieuwe index, ontstaat een nieuwe lijst van verboden boeken, ontstaat een nieuwe Eerwaarde Heer Joris Baers die Marnix Gijsen in de ban sloeg in 1950, ontstaat een boekverbranding. Verdoemenis zal uw lot zijn, maar de innerlijke bevrijding is onbetaalbaar en een Sint-Elmusvuur voor al wie de vrijheid van denken genegen is. De tweede kogel.
Politieke correctheid is de meest hachelijke vorm van geketend worden. De bekroning van Jeroen Olyslaegers kreeg aanvankelijk uit de meest diverse hoeken zure commentaren, ik wil ze u niet verhelen. De onverdachte ketter Joël de Ceulaer schreef in Knack: “Die maatschappijkritiek van u is maatschappijkritiek van de Aldi: gemakkelijk, goedkoop, en vlakbij. U verkondigt alle meningen waarvoor men elkaar in artistieke kringen brevetten uitreikt”. Er is niks mis met den Aldi. En begrijpelijke kritiek heeft het voordeel begrijpelijk te zijn. Als dus, dixit De Ceulaer, Gerolf Annemans recht tegenover u zat en hij de indruk had “dat hij u wel schattig vond”, past daar maar één antwoord op: Et alors ? Als zelfs Annemans dat begrijpt ? Zo kreeg ik een mail van Benno Barnard, die mij vriendelijk bestraffend voor de voeten wierp: “Jullie slagen er telkens weer in nu juist het geboden, voorspelbare, correcte denken te bekronen – de keuze is steevast veilig en onomstreden”. Ik vind dat vreemd. Iemand die een academische loopbaan opgeeft, die zich inzet voor de minstbedeelden, letteren en soepbedeling kan koppelen, wat is daar mis mee ? Benno is een goede vriend, maar hij blijft een kleine calvinist. Het belerende vingertje is nooit ver weg. Ik kan Benno geruststellen. Ook over Johan Swinnen en Johan Sanctorum, Jozef Deleu en Aboe Jahjah is aardig gedebatteerd door de jury.
Maar in deze tijd van nieuwe flinksheid en vermanend cultuurideologisme moet cultuur niet politiek bepaald worden. Cultuur moet opnieuw de politiek veroveren. Cultuur moet opnieuw de politieke leiding op zich nemen. In de zuiverste betekenis van het woord: de polis bevragen, het openbaar debat uitlokken, tot nut van ’t algemeen. De derde kogel.
Daartoe kan de Arkprijs zijn kleine bijdrage leveren. Klein, en dus belangrijk, omdat hij uitsluitend uitgaat van morele verdiensten. Het is hoe langer hoe minder een toeval dat de voorbije jaren laureaten zijn gekozen die zich bewegen op velerlei terreinen tegelijk. De ontstelde econoom Paul de Grauwe. De ongrijpbare volksdichter Peter Holvoet-Hanssen. De internationalist Philippe Van Parijs. De boeteprofeet Geert Buelens. De grote ontzuiler Luk Huyse. Hoezo “veilig en onomstreden” ? Alle laureaten hebben stuk voor stuk hun geuzennaam verdiend.
Cultuurmensen zijn de kanaries voor alle maatschappelijke ontsporingen die sluipend als metaangas de echte inspraak van de bevolking vergiftigen. Het is een van de bedenkingen geweest waarom wij dit jaar Jeroen Olyslaegers de Arkprijs van het Vrije Woord hebben toegekend. Om het met die andere latinist te zeggen: Rari nantes in gurgite vasto. Weinig blijven bovendrijven in de maalstroom. Olyslaegers houdt zich met het kleine bezig, niet met het verhevene. Een “Geefplein” is hem nader dan het geslacht der engelen. Olyslaegers bezet vreedzaam verschillende terreinen. Proza, theater, film, soepbedelingen, stadspleinen, plastische kunsten. Van zo’n bezetting kunnen wij maar dromen. Want anders is het gevaar groot dat “uw stok achter de deur” sneller dan verwacht kan omslaan in “de klop op de deur”.
Lukas DE VOS
*
Karl Van den Broeck hield de laudatio, waarna Jeroen Olyslaegers een dankwoord uitsprak.■