In de bescheiden Nieuwsbrief LKHR ('Literaire Kring Hugo Raes') staan altijd interessante bijdragen te lezen. Zo bijv., in de jongste aflevering, het verslag van het panelgesprek 'Het boek in het digitale tijdperk' (moderator: Wim van Rooy.)
Bij het afscheid van Hugo hield communicatiewetenschapper (UA) prof. dr. Christ'l De Landtsheer (°1956) een gevatte en treffende toespraak waarin ze “drie magistrale maar totaal verschillende werken uit het oeuvre van Hugo” vermeldt, die haar persoonlijk het meest aanspraken: De vadsige koningen (1961, “vertolkt als geen andere gevoelens van unheimlichkeit”), Het smáran (1973, “een roman boordevol historische details over het tijdperk van de Katharen”) en De verwoesting van Hyperion (1978, “een maatschappijkritische fabel verpakt als een toekomstroman”).
De pas afgestudeerde Christ'l De Landtsheer kreeg in 1977 haar eerste job: ze werd aangesteld als assistente van Hugo Raes, persattaché van minister van Pensioenen Jos Wijninckx. 'Het werk op de twintigste verdieping van de kafkaiaanse WTC toren in Brussel Noord viel geweldig mee':
Het was een warm nest waarin ik mijn eerste job heb mogen doen en daarnaast een buitengewoon goede leerschool en een zeer interessante omgeving. […] Ik besef dat het van binnenuit leren kennen van de politiek voor mij uniek was en ik ben nog altijd zeer dankbaar dat ik deze kabinetservaring op zeer jonge leeftijd heb mogen opdoen. […] Na collega's te zijn geweest raakten Hugo en ik bevriend en […] zijn we altijd met elkaar in contact gebleven.
In die jaren 1977-1979, toen Hugo persattaché was, werkte ik ook in het WTC (dat ik zeker niet als kafkaiaans ervoer, maar integendeel als een van de meest comfortabele Brusselse torengebouwen), op de twaalfde verdieping, waar het economische maandblad Impact gevestigd was. Als ondervoorzitter van de VVL (Vereniging van Vlaamse Letterkundigen) werd ik door voorzitter Bernard Kemp afgevaardigd om enkele “formele”, “technische” gesprekken met Hugo te voeren over de dreigende nadelige gevolgen voor schrijvers van de op tafel liggende pensioenhervorming. Uiteindelijk werden de knelpunten weggewerkt en kwam alles terecht. (Ook dat is een verhaal apart...)
Hugo kende ik van in de tweede helft van de jaren zestig, dankzij Hugues C. Pernath. Hij was toen een vedette. Sinds 1973 waren we bovendien collega's in de redactie van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Net als Georges Adé was ik het met hem niet altijd over alles eens (hoe zou het ook kunnen...), maar knelpunten werden altijd in een open en kameraadschappelijk sfeer afgehandeld. We vergaderden in de raadszaal van het Persagentschap Belg te Brussel (gevestigd in het IPC – Internationaal Perscentrum). Na afloop kon ik af en toe, wanneer ik niet terug op de redactie van Impact verwacht werd, met Hugo terug naar Antwerpen rijden.
Nu ik dit schrijf denk ik terug aan Willy Vaerewijck, dichter, criticus, NVT-collega en directeur van Belga, aan wie ik veel te danken heb (zijn lemma op Wikipedia is onjuist en minder dan ondermaats).
Onderwerpen voor een boeiend essay: schrijvers en hun activiteiten en ervaringen in politieke kabinetten... (Hendrik Carette, Henri-Floris Jespers, Karel Jonckheere, Dirk van Bastelaere, Nic van Bruggen, Jooris van Hulle, Eugène van Itterbeek – een lijstje uit parate kennis, er ontbreken nog een paar, dat weet ik wel. Aanvullingen trouwens altijd welkom.)
Henri-Floris JESPERS
Nieuwsbrief LKHR, nr. 13, voorjaar 2014.
Lidgeld: 15 € er jaar; erelid: 30 € per jaar, te storten op rek. BE66 7330 4473 7743, met mededeling: “lidgeld LKHR 2014).