Buitengaats achter de basalten strekdam
naderen grote zeeschepen
Zeebrugge en haar lange kaaimuren.
De wieken van de windmolens wieken en roteren
en staande onder een zwevende mantelmeeuw
bewonder ik de vijandig woelende zee.
Het is het Zweedse Swedenborg uit Göteborg
met grote rollen papier
dat in de haven binnenglijdt als een jacht.
En ook de Nieuw-Zeelandse Abel Tasman
uit Auckland met kisten kiwi in het ruim
en op het dek de zo hoog gestapelde containers.
Het hinterland ligt nu ver achter mij.
Ik hoor de branding en zie hoe het knisterend zand
opwaait als in een kleine zandwoestenij.
De wind is aanlandig, rukt ruw aan mijn windjak
en de zilte zeelucht maakt mij weer beresterk
want ik voel mij niet langer loom en landerig.
Tussen twee zandplaten van ’t zeegat in
is de geul waar golf op golf zich ontrolt
in de zuidelijke grijsgroene Noordzee.
Hendrik Carette