Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
3 août 2010 2 03 /08 /août /2010 06:35

Merde! – Des bons bras...”

Op de nabije steenweg hakken om het kwartier colonnes motorrijders gaten in de stilte (of wat er van overblijft), de buurvrouw van tachtig kaffert haar zoon van vijftig uit, meisjes bellen aan en leuren met wafels om hun Vlaamse kermis te spijzen, de waterpomp sputtert, de kat kotst. Onmogelijk een bladzijde te lezen zonder inbraak. Bovendien pest het lichaam de geest, en uit wraak mest de geest het lichaam. Le jour, pourtant un dimanche à la campagne, n’est pas comme il faut. Merde, denk je, en Gaston Burssens passeert in je hoofd want voor dichter en zeepzieder Gaston was “merde” een van de meest suggestieve woorden.

En zoals dat gaat, liggend op je chaise-longue, roept de ene gedachte de andere op. Burssens herinnert mij aan de tijd toen ik een column schreef voor de weekend-editie van de Nederlandse krant Het Parool, onder leiding van de erudiete Sytze van der Zee. Kort voor de honderdste verjaardag van Paul van Ostaijen schreef ik een sfeerstuk over het gedicht Boere-charleston van Paul van Ostaijen. Ik prees de muzikaliteit van het gedicht en de klemtonen op tempo en ritme via de alliteraties. Als voorbeeld haalde ik de versregels aan ‘dat is ‘nen Charleston / ‘nen boerencharleston / van Gaston op zijnen basson’. Toen ik de krant uit de brievenbus haalde en meteen mijn column opzocht (ijdelheid der ijdelheden) kreeg ik haast een hartinfarct toen ik de derde versregel onder ogen kreeg. De brave eindredacteur had aan de nog bravere Hollanders gedacht en een woord verminkt en het daaropvolgende vervangen. In plaats van ‘Gaston op zijnen basson’ stond er ‘Gaston op zijn fagot’. Merde! Merde! Merde! schreeuwde ik en greep naar de telefoon. Vriend Sytze beloofde een vermelding in de rubriek ‘Correctie & Aanvullingen’ en promoveerde de eindredacteur tot Chef Kunst, onder voorwaarde columns alleen nog te controleren op de afgesproken lengte en niet te interveniëren in zaken de rechten van de dichter en de vrijheden van de poëzie.

Fin de l'entr’acte. Want ik wil het in dit stuk niet hebben over gedachtesprongen. Eerder over het feit dat ook een baaldag zijn voordeel kan hebben. Zolang je de moed niet verliest om de baaldag een hak te willen zetten. Het is dus een kwestie van de hak te vinden. Wat heb je daar voor nodig? Volharding! Zelfs bij het slapengaan mag die niet verpoeieren. En kijk, wanneer je koppigheid zich daar op instelt, is de redding nabij. Allerlei mensen, feiten, toestanden komen bij nacht langs. Dat is een feit. Bewust of onbewust. Voorop zij die je na aan het hart liggen, recent zijn.

Onder meer een manloze vriendin met een zoon die momenteel aan zee verblijven. Ze kwamen zo sterk opzetten dat ze terechtkwamen in een nachtelijke optocht van zatte woorden. Ik schreef ze met potlood vlug op, op het achterschutblad van het boek naast mijn bed. Meteen na de ochtendthee spoedde ik mij naar mijn werkkamer en nam plaats aan het klavier. Het boek op een klembord, wasknijpers werden wegversperringen voor lastige bladeren. En zie, langzaam maar zeker kregen de zwarte elementen van de baaldag en de witte van maalnacht vorm. Het resultaat volgt zo meteen. Het toont aan, en dat is de reden van dit betoog, dat een oud gedicht een nieuw verzint, zoals de ene dichter de andere oproept, maar vooral, dat het geheugen en de herinneringen… sont des bons bras pour un poème de circonstance, wat elk gedicht in wezen is. Merde!

 

Berceuse nr 3

voor Adrien

Zie de zon aan de zee

Zie de zon aan de zee met de zoon

Zie de zoon aan de zee in de zon

Zee en zon en zoon

                                aan de hand van de moeder

                                de moeder met de zoon

bij de zon aan de zee

Zie het zoet van de zon

Zie het zout van de zee

Zie het zuur van de lucht

Zoet en zout en zuur

                                 aan het eind van de zandzee

                                 over de rand van de aarde

                                 langs de val van het zonlicht

Zie de boog van het oog

Zie de boog van de rug van de zoon

Zie de hand van de zoon in het zand

Zie moeder en zoon aan de rand van het strand

                                   waar de vloed likt aan het land

                                   na het eb dat trekt aan het zand

                                   dag zegt aan de zon en de zee en de zoon

 

zie de noordzee

zie de noordster

zie de nacht wacht

zie de nacht lacht

 

slaap zacht

Guido LAUWAERT

Partager cet article
Repost0

commentaires

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche