Littekens
voor Werner Spillemaeckers
Toen ik jouw overlijden vernam stond de tijd even stil.
Hoewel ik jou slechts kort persoonlijk heb gekend zag ik je voor me
Zoals je was: een minzaam man met vrijheid in bast en mast.
Er zijn van die mensen die opvallen zonder op te vallen.
Zo iemand was jij. Je was een blok pure poëzie. Dat voelde men.
Je hoefde er geen ooglid voor op te slaan, geen pink voor uit te steken.
Bescheiden was je in de omgang, sober je poëzie maar niet schamel.
Je vers viel op de ziel, zoals het herfstblad op de grond.
Nu is je stam gevallen, omver gewaaid door je eigen gestorven stem.
Maar dood zal je niet zijn. Ik kom je tegen op oud papier
Zwarte letters in hoogdruk, een blinde kan je lezen.
Een bos is woud door vele soorten bomen, benoemd naar hun littekens.
Je vergat jezelf tot je vergeten was door de grote buitenwereld.
Maar binnen, in de kleine wereld van het verzet,
Viel je niet om. Een dode boom stapt over lijden over.
Je komt terug. Kom langs. Zet je neer. In de kring. Je bent. Zo.
Guido LAUWAERT