Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
6 novembre 2014 4 06 /11 /novembre /2014 14:22

 

Frans_Depeuter.jpg

'Nooit meer oorlog?' staat aan de voet van de IJzertoren te lezen, in de vier talen van de strijdende partijen van het westelijk front: Plus jamais de guerre, No more War, Nie wieder Krieg. In het licht van de tsunami van commerciële uitbuiterij die de media de laatste maanden overspoelt, klinkt dat ietwat cynisch. 'Nooit méér oorlog', zou wellicht beter passen. De overkill aan oorlogstopics doet wat morbide aan. Het heeft iets weg van een luidruchtige 'Vlaamse Kermis' op een stil Vlaams kerkhof.

 

Honderd jaar is het geleden dat de Duitse pinhelmen in ons land binnendrongen. En dat zullen we geweten hebben. Geen (Vlaamse) krant mag je openslaan, geen (Vlaamse) boekhandel binnenlopen, geen (Vlaamse) radio beluisteren, geen (Vlaamse) teevee aanzetten, of het mosterdgas dringt in je neus. Vreemd toch, die overdonderende belangstelling voor iets wat decennia lang in het collectief geheugen te bestoffen lag. Plotseling wordt er in dat kommetje geroerd en meteen komen de lijken bovendrijven en voelt zowat iedereen voelt zich geroepen om er iets rond te doen. Een eeuwfeest wordt het genoemd, alsof de miljoenen doden 'gevierd' moeten worden.

En jawel, een feest is het, voor de Groote Commerce! Al wekenlang is die het geurspoor aan het volgen en thans springt ze erop los als een bronstige bok op een vruchtbaar wijfje. Want WOI verkoopt, zie je, het vliegt de deur uit als broodjes bij een 'warme' bakker. De drukpersen draaien op volle toeren, theater en film boeken successen, historici duiken in hun archieven om dikke boeken te maken, dichters dichten, dansers dansen, schrijvers schrijven, zangers zingen, kortom: iedereen schuift zijn blokje in het Groote Legospel.

En zie, de titels flappen ons om de oren: België op de vlucht, Congo aan den Yser, Boeren boter bezetters, Water maar geen brood, Clandestiene oorlogspers, De verkrachting van België, De slag aan de Leie, De draak van de Somme, De mythe van Langemarck, De laatste veteranen, Kriegsnagelungen, De Draad des Doods, De klaproos schiet haar doel voorbij, Mens of monster?, Dieren in de oorlog, Ereteken of litteken? …

15 miljoen euro heeft 'Faro', het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed, uitgetrokken voor "toeristisch-recreatieve projecten in het kader van de herdenking van 100 jaar 'Groote Oorlog'". Wandeltochten, muziekfestivals, autozoektochten, klank- & lichtspektakels, tentoonstellingen, het krijgt allemaal een plaatsje in dit 'eeuwfeest'. Crisis of geen crisis.

En het kan niet zot genoeg zijn: een reizende tentoonstelling die onder de naam Via Dolorosa "de terugtocht van het Belgische leger volgt tot in Diksmuide", een multimediale dansvoorstelling die "thematisch een diepe band met de gasaanvallen" heeft, een kunstenparcours (The Smell of War) met een 'geurkunstenaar' die ons "onderdompelt in een geurpalet", een herinneringsdiner "met verhalen en liedjes uit de Groote Oorlog", een citygame waarbij je "als spion Evarist zoveel mogelijk spionageacties moet uitvoeren om het verzet te helpen" en voor elke actie punten krijgt. En als kers op de taart de voettocht over de Schelde via een pontonbrug, waar vele duizenden luitjes op kickten om hun wellicht toch niet zó boeiende leven enige kleur te geven. Meer dan 12 000 hunkerende wandelaars slaagden er niet in de overkant te bereiken en bleven helaas op hun patriottische honger staan. Wie wel over de brug mocht, waren een aantal Vlaamse excellenties – onder wie een glunderende Geert Bourgeois en Bart De Wever –, die elkaar verdrongen om zo dicht mogelijk in het zog van koning Filip en zijn Mathilde te lopen toen die de oversteek waagden. (Ja, Filip doet het uitstekend, vernemen we in de media: in linten knippen, startschoten geven, weduwen troosten, 'bokseressen' ontvangen, bruggen lopen is hij door niemand te kloppen.)

Nee, het had zijn weerga niet, die hernieuwde uittocht uit de Koekenstad en die paniek die zich ook nu weer meester maakte van wie er niet meer over kon en aan de wreedheden van de aanstormende Duitsers was overgeleverd. Maar kom, niet getreurd, met het ristorno van hun tickets konden de gedupeerden kiezen tussen een hele resem alternatieven. Ze konden bij voorbeeld naar een van de sportevenementen gaan, die het eeuwfeest nog meer luister bijzetten. Een bezoek aan de tentoonstelling 'Sport en de Eerste Wereldoorlog' was ook lekker meegenomen, of de 'Passchendaele Memorial Cricket Cup’, waar internationale cricketteams elkaar bekampen. Of de openingsmatch van 'Flanders Peace Field' op het oude voetbalveld van Mesen in de Douvevallei, waar ook de komende jaren "heel wat teams uit verschillende landen voetballen en komen nadenken rond de Grote Oorlog en de kerstbestanden".

'Nadenken' moeten ook de jongeren, voor wie een interactieve website en een inleefspel, 'Dilemma 14/18', zijn opgestart. Want ook de jeugd – die in de moderne geschiedenislessen zelfs van WOII niet bijster veel heeft opgestoken en wel eens durft te opperen dat Hitler een bondscoach van het Duitse voetbalelftal was – moet toch weten hoe mosterdgas ruikt, wie de Nieuwpoortse sasdeuren opendraaide om Bachten de Kupe onder water te zetten, waar de slag van Passendale plaatsgreep en hoe een zeppelin er uitzag. En ja, om zich nog 'beter in te leven' staan ook computerspelletjes te hunner beschikking, zoals 'The great war' en 'Global Peace Game'. Aan een game om zoveel mogelijk 'Moffen' te doden, naar het voorbeeld van Filip Dewinters Minder-Minder-Minder, heeft het 'feest'comité van de Groote Oorlog nog net niet gedacht.

Jawel, de "Grooten Oorlog" wordt alle eer aangedaan. Want zie, ook onze Vlaamse romanciers stoten duchtig mee aan de kar. Of hun verhalen echt dan wel verzonnen zijn, of desnoods vervalst echt, speelt geen rol, als het allemaal maar "prangend en aangrijpend" is. Erwin Mortier met zijn Godenslaap, Stefan Brijs met Post voor mevrouw Bromley, het is net of zij het zelf beleefd hebben daar achter de IJzer. Of ze zelf in de modderbrij van de loopgraven zaten te verrotten. – Over Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans, dat "een parel aan de kroon van de toch al rijke Vlaamse WO I-romantraditie" wordt genoemd (en dat ook is), een andere keer méér. – Zelfs thrillers bloeien open in de schaduw van de Grooten Oorlog. Ene Kris Van Steenberge debuteerde met Woesten, een "veelkantige oorlogsthriller over broederliefde" die als "ronduit schitterend, subliem" wordt aangeprezen, en ving er zowaar de Bronzen Uil mee. En daar is ook Lize Feryn, die haar knappe vertolking van Marie Boesman in de tv-serie In Vlaamse velden verzilverde door een boek te spin-offen dat ze Dagboek van Marie betitelde.

En ook de Vlaamsche (en Hollandse) poweten laten van zich horen. Ze halen hun sierlijkste pen uit hun etui om al die miserie tot kunst te verheffen. Jozef Deleu, heeft een speciaal nummer samengesteld waarvoor hij een schare van 112 (!) dichters uitnodigde om één of méér verzen over WOI af te scheiden. Het Liegend Konijn is zijn naam waardig. Het hangt gestroopt in de winkel. Alleen nog wat laten pruttelen op een huiselijk vuurtje en de fijnproevers kunnen alweer lekker smullen van de 383 literaire delicatesjes die we rijker zijn.

Wat ik me wel afvraag is of dan geen enkele van die 112 dichters enige hinder ondervond van het beroemde statement van de filosoof / socioloog / literatuurcriticus Theodor Adorno (1903-1969) – een Duitser, jawel! – die in Kulturkritik und Gesellschaft (1949) schreef: "Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben, ist barbarisch“. De onderliggende boodschap die Adorno met deze radicale aantijging tegen de poëzie (en de kunst tout court) de wereld in zond, is niet mis te verstaan: door zich over te leveren aan de cultus van het Goede, het Schone en het Ware, worden de verschrikkingen van Auschwitz, Hiroshima, Darfour, Srebrenica, Cambodja, Manhattan, Bhopal en andere Tsjernobyls toegedekt; m.a.w. de cultuur is een zoetmiddel dat gebruikt wordt om de harde realiteit te vergeten.

Of zit ik er toch naast? Is er na al die horror misschien meer dan ooit behoefte aan kunst, aan levenskrachtige vormen "die sterk genoeg zijn om de verschrikkelijkste dingen uit te drukken, en daar toch niet aan ten onder te gaan?" vraagt ook Walter Weyns zich af in zijn scherpzinnige boek Het tijdperk van de maatschappij. Bedoelde Adorno met zijn uitspraak misschien dat de naoorlogse dichter zich ervan bewust dient te zijn dat 'schoonheid-om-de-schoonheid' haar gezicht heeft verbrand? Dat de poëzie geen onschuldig medium mag zijn om zelfgenoegzame gedichtjes te fabriceren? In dat geval moeten wij het statement van Adorno lezen alsof er stond: "Geen gedicht is mogelijk na Auschwitz, behalve één dat geschreven is omwille van Auschwitz" (zoals Peter Szondi het formuleert in zijn bespreking van Paul Celans gedicht 'Todesfuge', dat doorgaat voor de 'Guernica van de literatuur').

Het is ook in die zin dat Adorno jaren later, in zijn Negative Dialektik (1980), zijn gecontesteerde uitspraak heeft bijgesteld tot: "Het eeuwige lijden heeft evenveel recht op expressie als het gemarteld slachtoffer op een schreeuw; vandaar dat het misschien verkeerd was om te zeggen dat geen poëzie kon geschreven worden na Auschwitz."

Frans DEPEUTER

Partager cet article
Repost0

commentaires

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche