‘Haar blik is een zacht warm sieraad. U ziet het wanneer zij de ogen opslaat. Wat zoekt die blik? De schoonheid van deinende schepen? De plaats waar de oude nachtegaal zich ophoudt? Het huis waarin de dichter is geboren? Neen: zij gaat uit en kan haar parasol van varkenszijde niet vinden, de parasol die eruitziet als een tomaat.’
Deze Blik is een van de merkwaardige tekstjes die Erik Satie (1866-1925) naliet. We kennen hem natuurlijk vooral als de componist van onvergetelijke stukken als de Gymnopédies, de Gnossiennes en het door mij warm gekoesterde Je te veux valse, maar hij schrééf ook. En beslist niet geheel onverdienstelijk.
‘Ik heb vroeger een arme man gekend die, uit angstvalligheid, nooit thuis heeft willen slapen, zeggende dat zijn naam een naam was om er mee buiten te slapen. Die herinnering is mij niet onaangenaam’ is nog zo’n merkwaardig stukje. En: ‘Wat ik zou wensen is dat alle Fransen die zelf op Frans grondgebied, uit Franse ouders zijn geboren, of er als Fransen uitzien (het moge duidelijk zijn: de EU bestond nog niet, BB), recht zouden hebben op een betrekking als postbode in Parijs.’
Zit, u vermoedde zulks waarschijnlijk reeds, te bladeren in Teksten van Erik Satie, uit het Frans vertaald door Frieda van Tijn-Zwart en uitgegeven door Querido in 1976, en door mij in datzelfde jaar aangeschaft. Het is een bizar boek, met voorwoorden bij zijn eigen composities (bij Vexations : ‘Om dit motief 840 maal achtereen voor zichzelf te spelen, is het goed om zich van tevoren, en in de diepste stilte, door ernstige onbeweeglijkheid voor te bereiden’) en reeksen als Aantekeningen van een zoogdier en Memoires van een vergeetal. Waarbij ook Relâche de revue passeert, het ballet dat Satie in 1924 componeerde bij het concept van Francis Picabia.
Decor voor 'Relâche'
De première daarvan, geprogrammeerd op 27 november 1924 in het Théâtre des Champs Élysées in Parijs, zorgde voor heel wat ophef. Het publiek (waaronder André Breton, Marcel Duchamp en Fernand Léger) trof een gesloten deur. De première van Relâche ging niet door omdat Jean Börlin, de eerste danser, ziek was maar vermits relâche in het Frans zowel ontspanning als afgelasting betekent werd een en ander geïnterpreteerd als een dadaïstische ‘handeling’. Hetgeen niet het geval was, want René Clair had voor de gelegenheid zelfs de pauzefilm Entr’acte vervaardigd. Met Picabia en Satie zélf in de hoofdrollen.
Still uit 'Entr'acte'
Waarom kom ik hierop? Wel: een foto uit Entr’acte ken ik al heel lang (staat ook in bovenvermeld boek), maar nu kwam ik de film in kwestie ook ‘gewoon’ tegen op YouTube:
http://www.youtube.com/watch?v=mpr8mXcX80Q
Het sierlijke handschrift van Satie
Bert BEVERS