20 janvier 2012
5
20
/01
/janvier
/2012
10:00
Foto: © Bert Bevers
Moeder
Mijn moederken, ik kan het niet verkroppen
dat gij gekromd, verdroogd zijt en versleten,
zoals een pop waarin een hart zou kloppen,
door 't volk bij 't heengaan in een huis vergeten.
Ik zie uw knoken door uw kaken steken
en diep uw ogen in het hoofd gedrongen.
En ik ben gans ontroerd en kan niet spreken,
wanneer ge zegt 'kom, zit aan tafel, jongen'.
Ik hoor u 's avonds aan de muren vragen
of gij de vensters wel hebt toegesloten.
Gij kunt den mist niet uit uw hersens jagen.
Uw lied is uit, gij kreunt de laatste noten.
[....]
Willem Elsschot (1882-1960). Collectie Letterenhuis.