19 janvier 2012
4
19
/01
/janvier
/2012
10:00
Foto: © Bert Bevers
Angst
Wat is 't dat mij weerom de snerpe smerten bracht
en 't zuchten, dat met angst mijn kele komt verkroppen,
en bang en banger weer mijn arrem herte kloppen,
en dolen doelloos doet mij door den donkren nacht?
Mijn pijnend lijf nu gaat gebogen van de vracht
van wijde weemoed die mij grondewaart zal dwingen;
want geene macht vermag de ketenen los te wringen
en niemand is die hoort in de eenzaamheid mijn klacht.
Ik ben verlaten... mij werd alle troost ontzeid.
De duisternis waart om en voor mijn droef gezicht,
aan lage, looden lucht, verschijnt geen enkel licht:
ik ga naar 't dorre land, waar d'hoop wordt afgeleid.
[....]
Jozef Muls (1882-1961). Collectie Letterenhuis