Het is alweer even geleden, maar in 2001 bezocht ik vanuit Cadiz in Andalusië, de historische Moorse plaats Ronda. Ronda is voornamelijk bekend om de Puente Nuevo uit 1751. Dat is een stenen brug over de 120 meter diepe kloof Tajo de Ronda met daarin de rivier Guadalevín. Het is de nieuwste brug die de stadsdelen Mercadillo en La Ciudad met elkaar verbindt. De bouw ervan kostte in totaal 42 jaar. Op een plein in de nabijheid van de Puente Nuevo stonden tientallen bussen geparkeerd met honderden toeristen afkomstig uit alle werelddelen. En ik, ik was daar ook. Niet met paard en wagen, niet in een vuurrode cabriolet, maar ook met zo een bus.
In een veel te klein en warm reisbureautje in Cadiz had ik de avond daarvoor geboekt. Nu weet ik nog dat ik kon kiezen tussen een Nederlandstalig of een meer internationaal gezelschap. Een Nederlands sprekende gids is natuurlijk handig, maar ach, ik was op vakantie en een internationaal gezelschap leek me spannender.
Het internationale gezelschap bleek te bestaan uit een bus vol Duitsers en ik als enige Nederlander, merkte ik toen ik me op de ochtend van de excursie meldde bij de opstapplaats. De gids bleek wel Nederlands, maar vermits het aantal Duitstaligen veruit in de meerderheid was werd de voertaal in de bus Duits.
Behalve de Puente Nuevo is er in Ronda nog een trekpleister. Ik had ooit gelezen dat er in Hotel Reina Victoria een kamer was ingericht als museumkamer over Rainer Maria Rilke. Rilke logeerde van eind 1912, begin 1913 voor een korte periode in kamer 208. De kamer is na zijn vertrek volgens het hotel zo gebleven. Gek genoeg kan ik mij niet herinneren of er ook een bed stond, maar ach wat is waarheid? De sleutel van Rilke’s kamer kon je afhalen aan de receptie van het hotel, had ik gelezen.
En dat bleek ook zo te zijn. Het meisje achter de receptie moest even de tuinman bellen en na enig voor mij onverstaanbaar Spaans kwam de man op zijn motorgrasmaaier de sleutel afgeven. De tweede verdieping begreep ik uit zijn gebaren. Ik nam de trap. De sleutel paste op kamerdeur 208 en daar stond ik, helemaal alleen bij Rilke op de kamer. Het is voor mij een onvergetelijk moment gebleven. Niet dat er heel veel te zien is hoor, maar bij Rilke op de kamer vergeet je niet snel.
In mijn bus vol oosterburen, had ik het Hotel Reina Victoria en kamer 208 nog van harte aanbevolen, maar geen van de medereizigers noch de gids hadden ooit van Rainer Maria Rilke gehoord. Vanonder de airco in de bus kon ik nog net een glimp opvangen van de Puente Nuevo, het was een mooie warme dag.
Ron SCHERPENISSE