Zopas verscheen de tweede verzamelbundel van Bert Bevers (°1954), Eigen terrein (gedichten 1998-2013) bij Poëzie-uitgeverij WEL.
In Tussen hemel en aarde (Amsterdam, Van Gennep, 2013) vraagt begenadigd lezer Gerrit Komrij (1944-2012) laconiek maar niet minder treffend aandacht voor de poëzie van de nog altijd onvolprezen Bert Bevers:
'Met simpelheid en oprechtheid heeft een mens niets te zoeken in poëzieland. Dat dit een misverstand is, ja een bittere leugen, bewijst Bert Bevers met Cantilene op een simpele en oprechte wijze. Als een melodietje. Zo is het, denk je, en niet anders. Zo kan het zijn, als je je niet aanstelt.'
Cantilene
Daar flaneert mijn Geertje in haar nieuwe robe,
als bijna een en vijftigjarig meisje. Keer op keer
weer ben ik blij dat wij elkaar zo mogen kennen.
Natuurlijk dromen we niet parallel maar onze
nachten varen zacht. Wij hebben ons in het leven
weten te bekwamen, delen veel verleden.
We kennen van elkaar de zwakke plekken zonder
daar te raken, en hebben zelfs geheimen samen soms.
Zoals het weten in het midden van de stad verborgen
tussen kreupelhout een bedje bosaardbeien.
Ik hou niet net zoveel van jou als toen we hand
in hand de wereld binnen sprongen maar veel meer.
Ter gelegenheid van de jaarwisseling 2013-2014 verscheen Bankvast, een uitgave op verzoek van Bob Bakker Makelaardij te Bergen op Zoom. De titel en het gedicht zijn van Bert Bevers, de tekeningen van Ron Scherpenisse.
Doe maar. Doe maar gewoon of dit hier thuis
is. Daar zit je dan. Daar ben je. Daar schrijf je.
Vandaar kijk je. Weet je dat je van een poes
geen voetstappen hoort, van een vis geen adem.
Dan vraag je je af of er groene rozen zijn, ergens.
Weet je zwijgend naast je een vergeelde oude foto
waarop je erg blij bent met een blikken trommel,
onder bewasemde gebeden in rechtschapen wil.
*
Frank Decerf typeerde Bevers terecht als 'gentleman': 'hij morst niet met woorden, hij deelt ze gracieus uit. Zijn gedichten baden niet in een zee van pretentie: zijn taal is daarvoor te erudiet.' Erik Verstraeten (met wie ik het niet altijd volledig akkoord ben, maar nu wel) schreef in 't Pallieterke: 'Tussen veel middelmatige woordkramerij […] is Bert Bevers gewoonweg superieur. Deze dichter munt uit in de kunst van het “verdichten”, van het spelen met en concentreren van taal'.
Verdichten? Inderdaad: condenseren en bedenken.
Documenteren en reëvalueren? Ja, het wordt hoogtijd dat we dit hier eindelijk doen. Ik zal er alleszins toe bijdragen...
Henri-Floris JESPERS