Hoewel de officiële geschiedenisboeken tot nader order leren dat de Eerste Wereldoorlog van 1914 tot 1918, en de Tweede van 1939 tot 1945 duurde, ben ik er van overtuigd dat latere historici het zullen hebben over het grote conflict dat duurde van 1870 tot 1989. Een soort Honderdjarige Oorlog dus.
Dit slechts ter korte inleiding, want voorlopig hebben we het nog over de Frans-Duitse Oorlog, de Eerste, de Tweede en de Koude. Die Eerste heette tot 1939 bij gebrek aan een Tweede natuurlijk nog niet zo. Het was de Groote Oorlog. Volgend jaar augustus is het een eeuw geleden dat die losbarstte, en die verjaardag zal niet ongemerkt passeren.
Ook Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift haakt er op in. Het jongste nummer (121 al, het blad is ondertussen aan de 31stejaargang bezig) heeft als thema Back after the war. De redactie blikt met een caleidoscopische aanpak terug op die oorlog, die ‘nog niet helemaal voorbij lijkt te zijn: de herinnering eraan blijft onze tijd in zijn greep te houden en lijkt alomtegenwoordig te zijn. Waarom blijft onze verbeelding in de ban van die lang voorbije oorlog? Omdat we blijkbaar niet anders kunnen en omdat we nog niet klaar lijken te zijn met deze geschiedenis van modern geweld, met dit kantelpunt in de moderniteit.’
Jaak Fontier belicht August van Cauwelaert, Daan Boens, Fritz Francken en Franz De Backer in Vlaamse dichters aan het IJzerfront. Terecht wordt het stof van Van Cauwelaerts impressionante bundel Liederen van droom en daad uit 1918 (waarin het sterke gedicht Draagt me zacht…) af geklopt. Voorts zijn er beschouwingen over de Latijnse soldatendichters van de Eerste Wereldoorlog (door Tom Deneire), Benjamin Brittens War Requiem (door Klaas Coulembier) en de invloed die de strijd ook op de cultuur had (Joe Oostvogels belicht de melting pot van de jonge twintigste eeuw, Max Manolo en Matthijs de Ridder de opkomst van de jazz). Back after the war biedt verder onder meer proza van Bert Popelier (De muur van de vermisten) en poëzie van Thomas Jasper Martin (Lapidarium).
In het reguliere deel dat immer het themagedeelte volgt brengt Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift onder meer nog proza van Wouter De Broeck (Vet), Valeria Luiselli (Pretoria), nagelaten vertalingen van A.G. Christiaens, gedichten van Tom Mariën (Hier adem ik) en Huilen verboden van Erick Kila, waarin Jacques Rigaut centraal staat.
Jaqcues Rigaut
Deze curieuze dadaïst en surrealist pleegde zelfmoord op zijn 30ste, iets wat hij zich reeds op zijn 20stehad voorgenomen. Kila bouwde een fascinerende theatertekst rond Rigaut. Met de redactie vraag ik mij af: ‘Welk theater zet er zijn tanden in?’
Bert BEVERS
Back after the war, Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, 31stejaargang, winternummer 121, abonnementen (€ 28 per jaargang in België, € 40 in de EU, inclusief portokosten): Inge Karlberg, Korte Klarenstraat 2, 2000 Antwerpen, inge.karlberg@telenet.be. Het nummer wordt komende vrijdag om 19.30 uur voorgesteld in het Bernarduscentrum, Lombardenvest 23, 2000 Antwerpen.