Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
15 avril 2009 3 15 /04 /avril /2009 22:52


Boelvaar Poef , het tijdschrift van het L.P. Boon Genootschap, heeft zich de voorbije jaren vooral geprofileerd door haast obsessioneel kritiek te voeren op de publicatie van het Verzameld werk van Boon, dat verzorgd wordt 'door mensen die het vak van tekstediteur niet verstaan', aldus Arne op de Weegh. Zijn conclusie luidde ondubbelzinnig: 'Dit project dient onmiddellijk te worden stilgelegd en vanaf de grond opnieuw te worden doordacht'. ('Louis Paul Boon editeren', jg. 6, nr. 4, december 2006, pp. 5-26; p. 23.)

Boelvaar Poef publiceerde het recht van antwoord van het L.-P. Boon-documentatiecentrum (Universiteit Antwerpen), de Vakgroep Nederlandse Literatuur (Universiteit Gent) en De Arbeiderspers, waarin de kritiek van Arne van de Weegh op het Verzameld werk in serene bewoordingen ontzenuwd wordt. ('Louis Paul Boon editeren. Maar nu voor liefhebbers en gevorderden', jg. 7; nr. 1, maart 2007, pp. 11-16.) Op de Weegh volhardde in zijn kritiek ('Boonhazerij', ib., pp. 17-19) en Matthijs de Ridder, een van de editeurs, werd door Boelvaar Poef om een reactie gevraagd. Hij nam geen blad voor de mond:

Arne, jouw bijdragen zijn voer voor psychologen. Waar de neurose om het Verzameld werk van Boon te kelderen vandaan komt, weet ik niet, maar dat het ziekelijk begint te worden is duidelijk. ('Zucht', ib., pp. 20-22; p. 20)

*

Dit alles kwam uitvoerig aan bod in de Mededelingen van het CDR (cf. 'Boon: Hun kleine oorlog gaat ons ook aan', nr. 87, 18 januari 2007, pp. 6-8; 'Van het L.P. Boonfront veel nieuws', nr. 88, 19 februari 2007, pp. 5-6; 'Boon voor gevorderden', nr. 91, 9 april 2007, pp. 5-9).

*

In de jongste aflevering trekt Arne Op de Weegh opnieuw ten aanval. ('Voorstad zonder voorstadia. Hiaten in de samenstelling van Verzameld werk deel 1, jg. 9, nr. 1, maart 2009, pp. 11-23.) Het recht op antwoord van de editeurs en de persoonlijke reactie van Matthijs de Ridder mochten kennelijk niet baten. Al is de toon van zijn betweterige en doordrammende kritiek wat gemilderd, Op de Weegh blijft doof, gevangen als hij is in zijn onaantastbaar gelijk.

Hij onderstreept dat de door H.T.M. Vervliet geëditeerde Volledige Werken van Louis Couperus (verschenen 1987-1996) als het eerste prozaproject geldt dat voldoet aan moderne maatstaven en stelt vast:

Thans verschijnt de ene na de andere verantwoorde editie. In het licht van deze ontwikkeling staat het Verzameld werk van Louis Paul Boon voor achteruitgang in de letterlijke zin van het woord, want de bezorgers zetten de klok ferm terug naar de amateuristische tijden van weleer, wat niet eens openlijke academische kritiek uitlokt. Dat geldt niet slechts voor het technische gedeelte, de tekstverzorging en -verantwoording, maar ook de samenstelling belemmert een goed begrip van Boons werk eerder dan dat zij die bevordert. […] Samenvattend: de omgang met het oeuvre van Louis Paul Boon wijkt volkomen af van alles wat binnen de literatuurstudie gebruikelijk is (pp. 19-20).

Toch blijkt nu Op de Weegh grootmoedig bereid tot samenwerking met de amateurs die het Verzameld werk bezorgen. Hij verstrekt daarbij adviezen en overwegingen.

De Boonstudie staat er allerminst florissant bij, terwijl men over een infrastructuur beschikt waar menig onderzoeker van andere auteurs jaloers op kan zijn: naast een universitair onderzoekscentrum is er een regelmatig verschijnend tijdschrift voor de Boonstudie.

In combinatie kunnen deze voorzieningen veel beter benut worden, zodat de expertise, arbeidskracht en talenten van wetenschappelijk personeel optimaal tot hun recht komen. Zoals elk editieproject behoren ook de verzamelde werken van Boon onder leiding van een editiewetenschapper te staan en wanneer het verschijnen van de delen in coördinatie met het tijdschrift voor de Boonstudie plaatsvindt, kan elk deel optimaal begeleid worden met een themanummer over het betreffende werk, een nummer dat de interpretatieve stand van zaken in kaart brengt, personen die model voor personages hebben gestaan portretteert, bronnen bestudeert en ander aspecten onder de loep neemt die slechts zeer beknopt in de nawoorden kunnen worden behandeld, of zelfs in het geheel niet omdat een editie daar niet de plaats voor is. (p. 20).

De verzamelde werken onder leiding van een editiewetenschapper? Ik kan me moeilijk inbeelden dat Op de Weegh plots die functie toch weggelegd ziet voor een van die door hem zo verketterde klungelaars die van teksteditie geen verstand hebben, als daar zijn: Kris Humbeeck, Britt Kennis, Ernst Bruinsma, Anne Marie Musschoot, Matthijs de Ridder of Yves T’Sjoen...

Partager cet article
Repost0

commentaires

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche