Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
31 mars 2009 2 31 /03 /mars /2009 16:17

Het was nooit zonder trots dat Liane Bruylants (°Berchem, 6 januari 1921) er, terecht, op wees dat haar familie een belangrijke rol heeft gespeeld in het Antwerpse cultuurleven.

Jan Philip Leopold Bruylants (Antwerpen 30 september 1834 – Antwerpen 24 november 1876) was onderwijzer en ging dan in de journalistiek. Hij was medestichter in 1865 en tot aan zijn dood hoofdredacteur van De Koophandel (later: De Nieuwe Gazet). Hij schreef blijspelen, drama’s en een geschiedkundig werk over de Nederlanden onder Filips II. Zijn zoon, Jan Jansz. Bruylants (Antwerpen, 16 december 1871 – 28 september 1928), bekleedde de belangrijke functie van directeur van “Kaaien en Stapelhuizen” aan de Antwerpse haven. Hij heeft de jeugd van menige generatie verblijd met zijn verbluffend knappe boeken, geschreven onder de schuilnaam Auctor, die een begrip werd. Volksschrijver zoals zijn vader, schreef hij toneelstukken die met groot succes opgevoerd werden. Hij werkte mee aan De Zweep, satirisch-informatief weekblad en aan Het Laatste Nieuws. Hij was trouwens bevriend met uitgever Hoste sr. met wie hij vaak literair samenwerkte.Jan Bruylants Jr. – Lianes grootvader dus – was eveneens hoofdredacteur van het artistiek weekblad Lucifer, dat van 1901 tot 1914 te Antwerpen verscheen.

Liane is de dochter van August Bruylants en Gabriella Franssen (1899-1974), gevierde operazangeres en later stichteres van de Vlaamse Kameropera onder het pseudoniem Francine Bruylants. Ze bewonderde vooral haar moeder, met wie ze nochtans een vaak gespannen verhouding had.

Liane Bruylants kon onuitputtelijk en met verve openhartig vertellen over de bewogen familiale saga, waar ze kennelijk jarenlang secure informatie over verzamelde.

*

Liane studeerde aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen (Oude Humaniora) en aan de Middelbare Normaalschool aan de Pestalozzistraat te Antwerpen, waar ze o.m. Hubert Lampo leerde kennen. Ze studeerde ook notenleer, zang en piano aan de Muziekacademie te Berchem en werd lerares in de Germaanse talen.

Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog deed Liane Bruylants haar intrede in de letteren. Ze publiceerde dichtbundels (Schaduw en Spiegel,1945; Het hart der dingen, 1949; Schimmen en bacchanten, 1949; Grensstation, 1952; Het andere land, 1961) en romans (Het einde van de weg, 1946; Een vriend per seizoen, 1955; Prelude, 1957; De pop brak haar been, 1962). Ze was betrokken bij Parnassus (1951), een louter Antwerpse tegenhanger van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, en bij het avontuur van De Vrijbuiter (1952; cf. Mededelingen nr. 62, 16 januari 2006 en nr. 63, 1 februari 2006).

Met de creatie door de Koninklijke Nederlandse Schouwburg-Nationaal Toneel van Eva Brandes (1950-1951; cf. Mededelingen nr. 73, 30 juni 2006) en Kijk naar Dyo (1954) kwam Bruylants volop onder de schijnwerpers.

*

Liane Bruylants was toen de levensgezellin van de dichter Frans Buyle (1913-1977) die in het roemrijke tijdschrift Forum debuteerde en in de tweede helft van de jaren dertig snel evolueerde van socialistische pacifist en dienstweigeraar tot Diets nationaal-solidarist. Tijdens de bezetting ontpopte Buyle zich tot een geduchte criticus die er als edelfascist niet voor aarzelde de literaire mediocriteit aan de kaak te stellen van een aantal zogenaamde “volkse” dichters (cf. Mededelingen nr. 44, 17 maart 2005). De verhouding van Liane en Frans was een publiek geheim, en bij de verschijning van Schaduw en Spiegel (1945) werd er zelfs gewag gemaakt van een mystificatie, daarbij kwaadwillig insinuerend dat Buyle wel eens de dichter was die schuilging achter de naam Bruylants. Van bij het begin werd haar naam steevast gekoppeld aan Frans Buyle, en dat was niet altijd in haar voordeel.

Liane leerde veel van Buyle, die in haar ogen zowat de statuur verkreeg van een genie dat tegen zichzelf in bescherming diende genomen te worden. Zo werd het leven van Liane Bruylants lange tijd grondig beïnvloed door Frans Buyle, die haar niet alleen meesleurde in allerlei editoriale ondernemingen met noodlottige afloop, maar haar ook meesleurde in zijn persoonlijke literaire vetes. Frans' heilig gelijk op elk vlak kon en mocht niet, nooit in twijfel getrokken worden. Al droeg ze de financiële en maatschappelijke gevolgen van zijn toenemende bokkesprongen, ze bleef hem niet alleen onvoorwaardelijk in bescherming nemen maar ook met hand en tand verdedigen, soms ook tegen beter weten in. Achter een freel uiterlijk ging een onverzettelijke wil schuil, gedragen door een ongemene werkkracht.

*

In de jaren vijftig schreef ze niet alleen hoorspelen voor de radio, maar werd ze ook een van de eerste medewerkers aan het nieuwe medium televisie. Ze schreef een drietal tv-spelen en bewerkte voor het kleine scherm een aantal toneelstukken en romans van onder meer J. B. Priestley, Jan de Hartog, Pol de Mont en Max Dendermonde, zonder de vierdelige aflevering van De boeren van Olen te vergeten, het populaire werk van haar grootvader Jan Bruylants jr., alias Auctor.

Tussen 1959 en 1964 vertaalde en bewerkte ze voor de radio of voor de tv een vijtiental opera's (van o.m. Donizetti, Mozart, Brecht-Weill, Robert Stolz en Rossini). Haar libretto De nozem en de nimf met muziek van Willem Pelemans werd opgevoerd in de Vlaamse Kamperopera, uitgezonden door televisie en radiostations en in het Frans vertaald.


In de jaren vijftig leidde Liane Bruylants het leven van een vrijgevochten feministe avant la lettre. Haar erotische escapades stonden geenszins haaks op haar diepe, innige band met Frans Buyle. “Il faut bien que le corps exulte”, zong Jacques Brel – je moet het lichaam laten jubelen.

Liane was ontwapenend openhartig, zoals genoegzaam blijkt uit het manuscript van haar mémoires dat ze mij toevertrouwde. Hypocrisie was haar geheel vreemd. Wanneer ze in 1971 een gespierde en enigszins ongelukkig geformuleerde open brief publiceerde naar aanleiding van het TV-spel Avondspelen van Jef Geeraerts dat voorgedragen werd voor de Italiaprijs, ging het haar niet om burgerlijke moraal, wel om verontwaardiging over de vrouw-onvriendelijkheid en “vulgaire woordkramerij” van een schrijver die zich, laat mij een destijds gangbare formulering gebruiken, als “male chauvinist pig” manifesteerde.

*

Liane Bruylants was het slachtoffer van haar geboortedatum. De generatie van ruwweg 1920, de generatie die de Tweede Wereldoorlog bewust meemaakte, werd overvleugeld door de generatie van ruwweg 1930. Dit is niet alleen een soort cyclische wet. De generatie van 1920, haar generatie, viel enigszins tussen twee stoelen: te vooruitstrevend voor de burgerlijke jaren 50, en daarna in razendsnel tempo ingehaald door de beeldstormers van de generatie van 30. Dit geldt vooral voor de romanschrijvers – en grotendeels ten onrechte. Zo werd de tijdskritische egelstelling, de onmin met elk tijdsgewricht haar handelsmerk.

De poëzie blijkt minder onderhevig aan die tijdelijke golven, en dat verklaart dat het zelfstandige naamwoord dichteres onlosmakelijk verbonden blijft met haar naam.

*

In 1968 werd Bruylants' dichtbundel Astraal begrip (1966) bekroond met de prijs van de Provncie Antwerpen (Cf. Mededelingen nr. 129, 21 november 2008). Tien jaar later verscheen haar bewerkte en vermeerderde verzamelbundel Droomgestalten die, indien mijn geheugen me niet bedriegt, voorgesteld werd in VECU door Emiel Willekens. Daar ontmoette ik Liane voor de eerste keer – en Frans Buyle, die er wat onwennig bij was.


Vanaf 1970 begon Liane Bruylants te schilderen, een aspect van haar creativiteit dat m.i. vandaag al te zeer in de vergetelheid is geraakt. Ze exposeerde o.m. in het C.A.W. (1073) en de Bank van Parijs en de Nederlanden (1981) te Antwerpen, in het Markiezenhof te Bergen-op-Zoom (1981) en in Gallery Vera van Laer te Knokke (1990).

*

Intussen was Liane getrouwd met Guido De Sutter, de man die haar de geborgenheid en de rust gaf die zijn tot dan zozeer gemist had. Minder bekend is de monografie die Bruylants wijdde aan een van haar beste vrienden, Flor Fischer, de haast legendarische geëngageerde priester en pacifist, stichter van Home-Info en Keukens zonder grenzen. Het boek werd uitgegeven door Liane's echtgenoot die zich als aannemer geen opofferingen gespaard had om Flor Fischer bij te staan bij de totstandkoming van het buurthuis “De glattigen dorpel” in de Gierstraat te Antwerpen.

*

Met het oog op een monografie vertrouwde Liane mij een lijvig manuscript met memoires toe. Bij de lezing van die honderden pagina's was ik verbaasd over de openhartigheid waarmee ze zichzelf niet spaarde. Bij herhaling had ik gesprekken met haar en met Guido in verband met mijn schroom om dat materiaal openbaar te maken. Telkens opnieuw werd mij door Liane en Guido bevestigd dat waarheid haar recht moet krijgen. Ik kreeg bovendien volmacht om inzage te krijgen van de (soms heel revelerende) brieven van Liane die bewaard worden in het AMVC-Letterenhuis te Antwerpen. Liane en Guido hadden met dit alles minder problemen dan ik.

Op 16 januari hadden we wat nu een laatste gesprek blijkt. Liane had zware, beproevende chirurgische ingrepen ondergaan en lag broos en kwetsbaar maar met heldere geest en goede moed in bed. Ik overhandigde haar de uitdraai van een aantal definitieve hoofdstukken van mijn monografie. We spraken over Koen, en Guido had het over de problemen die hij met zijn email-verkeer had gehad. Uitgerekend 's anderendaags werd ik het slachtoffer van een computer-crash waardoor ik niet alleen mijn email-archief verloor, maar ook een groot deel van mijn lopend werk.

Ik stelde Liane met een (halve) leugen om bestwil gerust door te melden dat ik bijna niets kwijt was van de tekst van haar monografie. In feite beschikte ik nog slechts over de aantekeningen, niet eens meer over de definitieve hoofdstukken die ik haar gelukkig nij mijn laatste bezoek overhandigd had...

Op 26 maart, 23 uur 25, stuurde ik een mailtje naar Liane en Guido om aan te kondigen dat ik op vrijdag 3 april zou langskomen. Ik suggereerde alvast foto's te selecteren ter illustratie van de monografie. Op 27 maart, 9 uur 02 stuurde Bert de Buck mij namens Guido het bericht dat Liane op 25 maart in het A.Z. Sint-Augustinus overleden was.

*

De plechtige uitvaartliturgie rond de urne vindt plaats op 3 april om 10 uur in de parochiekerk Sint-Paulus te Antwerpen. Aansluitend geschiedt de asverspreiding op de strooiweide van de begraafplaats Schoonselhof te Antwerpen.

Henri-Floris JESPERS


buiten tijd en ruimte

is er geen verhaal


als de morgen begint

met eindeloze herinnering


is er niets

dat nog te benoemen is


er kan de zang zijn van vogels

en iemand kan sterven

maar in alles is


dit vergelijk


het water raakt de lucht

en de mens gaat voorbij


en er is niets

in het heelal


dat


niet is

Liane BRUYLANTS

Partager cet article
Repost0

commentaires

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche