Overblog
Editer l'article Suivre ce blog Administration + Créer mon blog
29 février 2008 5 29 /02 /février /2008 05:41

De best geslaagde bijdrage in De Vrijbuiter is de rubriek “Op golflengte Brussel”, dixit Piet Sterckx, “een scherpe maar noodzakelijke critiek op de radiofeuilletons van radio Brussel”.  M.V. vaart inderdaad heftig uit tegen de feuilletons van Aster Berkhof (“de Vlaamse Courths-Mahler”), F.R. Boschvogel, Daan Ingelram, Gaston Duribreux “en consoorten”. Zijn/Haar conclusie luidt:

‘Ons, als Vrijbuiters, is het om het even of het radiofeuilleton van gelovige of vrijzinnige hand voortkomt. Hoofdzaak is dat het aan bepaalde litteraire normen beantwoordt, kortom, dat het zowel naar vorm en inhoud van geen beschamende minderwaardigheid getuigt.’

De Nieuwe Gazet betreurt het wel dat animator van de literaire en dramatische dienst Marcel Coole als “betichte”opgevoerd wordt, een “vreselijk onrecht”. Piet Sterckx weet kennelijk beter:

‘De vrijbuiters hadden er best aan gedaan niet minder dan twee hiërarchische treden hoger te klimmen; met name de persoon die de boekbesprekingen voor Aster Berkhof verzorgt.’

Liane Bruylants, de levensgezellin van Buyle (of moeten we liever zeggen: Buyle was de levensgezel van Bruylants?) publiceert een artikel over de Vlaamse filmindustrie. Achteraf zou ze ootmoedig zelf bekennen dat het “een onnozel stukje” was, waarin ze een aantal “flinke bokken” schoot. Ze werd er duchtig op de vingers getikt door ’t Pallieterke (destijds nog een “vrij-denkend” satirisch weekblad):

‘Liaantje […] schiet ook een kemel van belang in haar bespreking van de Vlaamse film Uit hetzelfde Nest in De Vrijbuiter, het wereldhervormend “maandblad voor cultuur en kunst” waarvan Frankske Buyle eindelijk in het kraambed gekomen is en waarvan ge u de 32 bladzijden, formaat briefpapier, kunt aanschaffen voor de schappelijke prijs van 22 baarden. Liaantje heeft het in die recensie over “de heer” Kiel die het scenario schreef en zij is (gelukkig voor haar en helaas voor ons) nog wat te jong in de filmbeweging om te weten dat die meneer een madame is, namelijk Edith Kiel.

Maar zij kent al goed de technische woordjes zoals “filmcutter” en “afblanden” en als zij ijverig voortstudeert kan zij misschien nog een goede filmkritikus worden. En dààraan hebben wij grote behoefte, want er wordt nog niet genoeg over de film gezwamd…’

Ivo Michiels vond de inhoud van de meeste artikels nogal plaatselijk getint, maar kon wel waardering opbrengen voor het essay van Buyle:

‘In zijn bijdrage over “De naoorlogse critiek” begint Frans Buyle alvast te vrijbuiten, schoon zijn toon bijwijlen meer weg heeft van een, overigens begrijpelijke en gerechtvaardigde, klaagzang. Want inderdaad, wat vandaag in Vlaanderen aan critiek doet verdient amper die naam. In krant en tijdschrift wordt er wel eens genoeglijk gekeuveld over een of andere publicatie, maar tot fundamentele critiek komt men niet. Dat is een pijnlijk verschijnsel en Buyle heeft gelijk het aan de kaak te stellen, al moet hij zich niet inbeelden dat hij de eerste is die dat durft zeggen. Trouwens: zowat een lustrum her werd door een bepaalde jongerengroep precies aan die critiek gedaan die Buyle voorstaat, maar men moet in onze streken een dikke huid en veel geld hebben om een dergelijke positie vol te houden. Zowel het een als het ander wens nieuwste vrijbuiters-kapitein van harte. […]

[E]r kan van dit schrift een sanerende actie uitgaan en dat stemt op zijn minst hoopvol. Al zouden we tussendoor wel graag eens iets positiefs lezen.’

Van zijn kant wenste een overigens wat sceptische Piet Sterckx “de boreling een flinke en gezonde jeugd” toe.

‘Of hij het nog verder zal brengen dan een jeugd is niet te voorspellen want literaire tijdschriften zijn nu eenmaal gedoemd vroegtijdig te sterven. Maar het is geenszins onze bedoeling de beer te schieten nog voor zijn vel verkocht is…’

&

Het bleef echter bij dit ene nummer. Om de abonnees schadeloos te stellen, liet Frans Buyle de bundel Verboden zone drukken, scherpe stukjes op rijm waarin hij het “corrupte” literair wereldje duchtig onder handen neemt, mandarijnen in hun hemd zet en zich kant tegen de “atonalen”. Liane Bruylants getuigt:

‘Het boekje heeft succes, maar niemand durft erover praten, iedereen leest het en is blij dat eindelijk iemand eens de waarheid over staatsprijzen, vriendjespolitiek en wederzijdse bewieroking durft vertellen, maar allen zwijgen erover als vermoord en het gefleem, geflikflooi en het naar de mond praten gaat rustig zijn gangetje. Over ons beiden wordt de banvloek uitgesproken.’

Henri-Floris JESPERS

Partager cet article
Repost0

commentaires

Présentation

  • : Le blog de CDR-Mededelingen
  • : Nederlandse en Franse literatuurgeschiedenis, onuitgegeven teksten, politieke en culturele actualiteit
  • Contact

Recherche